Uit Advies Hoge Gezondheidsraad België, 2020

Graci & Hardie (2007) geven een overzicht van eerdere studies naar een panel van het National Institute of Health (NIH) dat in 1996 een consensus bereikte over het gegeven dat hypnose en biofeedback significante veranderingen kan teweegbrengen in bepaalde aspecten van slaap. Ze komen tot de conclusie dat bij de behandeling van slaapstoornissen meer belang moet worden gegeven aan een combinatie van CGT en hypnotherapie. Graci & Sexton (2006) geven een duidelijk overzicht over hoe hypnose en CGT als een multifactoriële behandeling voor behandelen van insomnia kunnen worden ingezet.

Chamine (2016) screende 139 abstracts en 24 review papers over het effect van hypnotische interventies op slaap en onderwierp deze aan een kwantitatief onderzoek. In 58.3 % van de studies die hierbij waren ingesloten had hypnose een gunstige invloed op het resultaat, in 12.5 % waren de resultaten gemengd en bij 29.2 % werd er geen invloed van hypnose op de resultaten vastgesteld. Gelijksoortige resultaten werden gevonden na inclusie van enkel de studies waar minder bias bij was. Zij concluderen dat hypnose bij slaap veelbelovend is en meer onderzoek rechtvaardigt.

In een eerder onderzoek konden Cordi e.a. (2014, 2015) aantonen dat hypnotische suggesties gegeven voorafgaand aan een middagdutje een toename gaf van slow wave sleep (SWS) en slow wave activity (SWA). Dit gaf ook een significante verbetering van de prefrontale cognitieve functies. Hypnotische suggesties zouden een waardevol alternatief kunnen zijn voor slaapmedicatie en nuttig om tot een cognitieve verbetering te leiden bij oudere personen.

Codi (2020) onderzocht de invloed van hypnotische suggesties op de nachtelijke slaap. Hiervoor kregen 43 jonge personen suggesties voor diepe slaap voor het inslapen: bij hoog hypnotiseerbare personen werd een toename van SWS vastgesteld en een hogere SWA vooral in het eerste uur van de nacht. Laag hypnotiseerbare deelnemers vertoonden eerder een paradoxaal effect, wat kan worden verklaard als een verzet tegen de impact van de suggesties.

In een studie bij oorlogsveteranen met PTSS waar de effectiviteit van hypnose op slaapproblemen werd onderzocht als adjunct bij een cognitieve verwerkingstechniek werd een significante verbetering gezien in slaap en depressie wanneer een hypnosetraining van 3 weken voorafging aan de cognitieve verwerkingstherapie. PTSS klachten waren door deze hypnose training niet veranderd. (Szigethy 2018).

Meer recentelijk hebben Grégoire e.a. (2018) een gerandomiseerde gecontroleerde studie uitgevoerd bij 95 patiënten die voor verschillende vormen van kanker werden behandeld. Het aanleren van zelfhypnose en zelfzorg stelt deze patiënten in staat om emotionele nood en vermoeidheid aanzienlijk te verbeteren.